Wat zijn de belangrijkste kenmerken van drie hoofdfasen: diagnose, behandeling en re-integratie? De mogelijkheden om te (blijven) werken blijken geen recht stijgende lijn, maar een ‘zaagtand’ met ups en downs.
Opbouwen, omgaan met vermoeidheid en concentratieproblemen: het combineren van herstel en re-integratie vormt een behoorlijke uitdaging die ook nog eens per ziektefase verandert. 60-90% van de werknemers wil binnen anderhalf jaar het werk weer helemaal oppakken en maar liefst 70% heeft daarbij behoefte aan ondersteuning.
Fase 1: diagnose
Het krijgen van een diagnose kanker doet je wereld stil staan. De periode die direct volgt op dit bericht, is onzeker en emoties wisselen zich af. De diagnosefase duurt relatief kort, meestal zo’n 6 weken. In die tijd zijn aanvullende onderzoeken vaak aan de orde van de dag. Er komt gedurende deze fase steeds meer duidelijkheid over de volledige diagnose en het behandelplan. Een diagnosemelding is dan ook niet gelijk aan een ziekmelding. Het kan zijn dat een medewerker al langer ziek gemeld is, en na vele onderzoeken de diagnose krijgt. Of dat een medewerker niet ziek gemeld is, en volkomen onverwacht met slecht nieuws wordt geconfronteerd. In deze fase kunnen mensen heel verschillend staan ten opzichte van werk: de agenda kan gevuld zijn met ziekenhuisbezoeken, waardoor er nauwelijks tijd is om te werken; dat kan lastig zijn, ook voor collega´s. Voor veel mensen kan het werk in deze fase juist wel een houvast zijn en voor afleiding zorgen. Op je werk ben je even geen patiënt. Er is ook niet altijd een lichamelijk medische reden om niet te werken.
Fase 2: behandelingen
Tijdens de behandelfase wordt duidelijk welke invloed behandelingen (kunnen) hebben op werkvermogen en inzetbaarheid. Heel kenmerkend voor de diagnose kanker is dat de behandelingen op zichzelf ziekmakend zijn. Er treedt bovendien een stapeling op, waardoor iemand naarmate de behandeling vordert steeds zieker wordt. De bijwerkingen zijn dusdanig dat de laatste behandeling vaak zwaarder valt dan de eerste. Sporten of andere vormen van revalidatie helpen op de lange termijn, maar kunnen op de korte termijn ook belastend zijn. Dit is voor ieder mens en voor iedere behandeling anders.
Of, hoeveel en hoe er gewerkt kan worden in deze fase is mede afhankelijk van genoemde factoren, maar ook van de (regel)mogelijkheid binnen het werk van de medewerker. Het is raadzaam de bedrijfsarts al vroeg te betrekken, bij voorkeur steeds dezelfde. Het is in ieder geval belangrijk om concrete afspraken te maken over het contact en de communicatie. Het is nooit te voorspellen wat precies de impact van de behandelingen is. Het is daarom nodig de afspraken over werk en over de communicatie voortdurend bij te stellen. De behandelingen nemen veel tijd in beslag. Het is ook voor de duurzaamheid van de toekomstige werkhervatting van belang dat ‘werk’ als onderwerp een vaste plek krijgt in het geheel. Wanneer het lastig blijkt om de juiste afspraken te maken tussen werkgever en werknemer, dan is het mogelijk om hulp van buitenaf te betrekken. Zowel voor vraagstukken rondom re-integratie, als voor coaching van de werknemer als de leidinggevende zijn professionals beschikbaar.
Fase 3: revalidatie en re-integratie
Wanneer de behandelingen zijn afgerond is dat voor de omgeving vaak een prettig moment; het ergste is immers achter de rug? Toch ervaren veel werknemers met kanker dat het dan pas begint. Zij staan voor de uitdaging om de draad van hun leven en werk weer op te pakken. In deze fase lijkt er vooral veel te moeten: controles in het ziekenhuis, nabehandelingen, fysiotherapie of andere (para)medische ondersteuning. En ook een oproep van de bedrijfsarts, een gesprek met HRM en het uitzetten van een lijn voor re-integratie. Tegelijkertijd worden juist in deze fase langetermijngevolgen zoals vermoeidheid, concentratieproblemen en wisselende belastbaarheid ervaren. Ook hier geldt dat het een goed moment is om ondersteuning in te zetten kort voor de start van de eerste werkdag. Op die manier ligt er een gedegen op maat gemaakt plan ten grondslag aan de terugkeer naar werk.
Re-integreren is een langdurig proces waarbij flexibiliteit en begrip van de werkgever wordt verwacht. De manager heeft hierbij een cruciale rol. Voor zowel werknemer als werkgever geldt dat het lastig te bepalen is wat ‘normaal’ is. Ook is het een uitdaging de goede re-integratiekoers te bepalen en die te evalueren, zeker daar waar de tijd dringt in het kader van de wetgeving rondom verzuim.
Na verloop van tijd wordt duidelijk welke beperkingen of bijwerkingen tijdelijk van aard waren en wat de langetermijngevolgen zijn. In deze fase is het zinvol te kijken naar mogelijkheden voor ondersteuning, zoals een training in omgaan met vermoeidheid, een sportprogramma op maat of een combinatie van middelen via een gespecialiseerd bureau. Het re-integratieplan is niet statisch, maar kan in deze periode bijgesteld worden.